In het boek Brusselse wafels van Jan Gheysens staat op pagina 43 het recept Brusselse wafel met gist. De hoeveelheden in dit recept zijn voor 20 wafels.

In 1839 liet Maximilien Consael grote gietijzeren wafelijzers ontwerpen met gelijke vierkantjes. Hij liet zijn naam op de deksels graveren en experimenteerde met een speciaal, luchtig deeg. Van dit deeg bakte hij uiteindelijk een rechthoekige wafel, die hij in 1856 op de kermis van Brussel aan het publiek voorstelde. Hij doopte de lekkernij de Brusselse wafel.

ImageKlik hier voor de recensie van Brusselse wafels.

Ingrediënten:

  • 500 gram bloem

  • 200 gram boter

  • 25 gram verse gist

  • 4 eieren

  • 0,5 liter water

  • 0,5 liter melk

  • 25 gram fijne griessuiker

  • 5 gram zout

  • poedersuiker voor het bestuiven

Bereiding:

  • Verwarm het water tot het lauwwarm is en klop er de eieren in los. Zeef er de bloem boven en meng alles met een garde. Klop het zout en de suiker door het beslag.

  • Verwarm de melk tot ze lauwwarm is. Los er de gist in op en meng het geheel door het beslag. Klop goed op tot een luchtig geheel.

  • Smelt de boter in een steelpannetje, maar laat ze niet bruin worden. Zodra de boter goudgeel is, meng je ze door het beslag. Roer stevig om. Mix het beslag met een klopmixer, zet het op een warme, tochtvrije plek en laat het een halfuurtje rusten.

  • Verwarm het wafelijzer tot het goed heet is. Giet met een kannetje beslag midden op het wafelijzer. Sluit het ijzer en draai het meteen om. Laat 3 tot 4 minuten bakken. Keer het ijzer nog eens om en haal de wafel met een mesje uit de vorm.

  • Leg hem op een bord en bestuif met poedersuiker.

Tips:

Wil je de wafel op de authentieke manier consumeren? Geef dan als bestek alleen een mes om de lekkernij in repen te snijden die je uit het vuistje eet.

Je kunt deze wafel uiteraard serveren met allerlei lekkers zoals slagroom, vers fruit of confituur.

Eet smakelijk!